Hieronder lees je hoe ik ik mijn eerste bezoek aan Mae La Oon ervaren heb.
Vanuit Mae Sariang, rijden we met een 4-wheel-drive een uur of 5 door de jungle tot we Mae La Oon bereiken. Mae La Oon is een vluchtelingenkamp op de grens met Birma en Thailand. Mei 2009 heb ik hier vrijwilligerswerk mogen doen. Het kamp lijkt op een enorme stad met allemaal huisjes van bamboe, door de mensen zelf gebouwd. Er zijn veel hulporganisaties actief, die de vluchtelingen voorzien van de meest basale dagelijkse levensbehoeften. Sommige mensen wonen al jaren in het kamp of zijn er geboren. De situatie in Birma heeft ervoor gezorgd dat ze hun land moeten verlaten. De overheid probeert journalisten en hulpverleners zoveel mogelijk buiten de grenzen te houden, waardoor wij maar heel miniem op de hoogte zijn van wat zich daar afspeelt.
Misschien ken je het boek van Karel Glastra van Loon ‘De onzichtbaren’. Een hele passende titel voor een boek dat gaat over Birmese vluchtelingen. Mensen die onzichtbaar lijken voor de rest van de wereld. Ik heb niet de illusie dat ik daadwerkelijk zoden aan de dijk heb kunnen zetten door mijn tijd in het kamp. Ik heb wel mogen ervaren dat de mensen het heel fijn vonden om gezien en gehoord te worden. Ik ben dankbaar dat deze ervaring mij dusdanig geraakt heeft, dat ik nu niet anders kan dan een vervolg aan mijn tijd daar te geven. Op die manier hoop ik deze ‘onzichtbaren’ wat meer zichtbaar te maken voor de mensen om mij heen. Ik hoop dat mensen hier, zich door mijn project wat meer bewust worden van wat zich in Birma afspeelt en zich hier meer voor interesseren en er op hun eigen manier iets mee doen.
Wonen, werken en leven in het kamp
In het kamp heb ik Engelse les gegeven aan studenten. Daarnaast ging ik iedere dag naar een weeshuis om iets leuks met de kinderen te doen (voetballen, muziek maken, knutselen, etc).
Ik moest heel erg aan het leven in het kamp wennen, zo anders dan het leven in Nederland. Ik heb voorheen een half jaar stage gelopen in Suriname en een klein jaar vrijwilligerswerk gedaan in Gambia. Mijn periode in het kamp was korter, maar veel intenser.
Ik moest heel erg wennen aan de invulling van mijn dag. In Nederland rennen en vliegen we, teveel te doen. Daar was dat wel anders. De mensen mogen niet werken, mogen niet hun eigen eten verbouwen, hebben de hele dag weinig te doen. Geen telefoon of internet verbinding, geen elektriciteit.
Samen met mijn collega’s woonde ik in ‘the teacher house’. Een bamboehuis op palen. Toen ik aankwam, werd mijn slaapkamer meteen in orde gemaakt. Twee dekens op de bamboevloer, dienden als matras. Een klamboe erboven tegen de muggen en ik kon heerlijk slapen!
Mijn was deed ik met de hand. Het wassen zelf was geen probleem, het drogen van mijn kleren wel. Zeker omdat ik in de regentijd in het kamp was, kon het soms wel dagenlang achter elkaar regenen. De wegen veranderden in modderrivieren en alles was vochtig. Overal kwam het weer in. Gelukkig heb ik veel van mijn Birmese collega’s kunnen leren, zodat het mij uiteindelijk ook lukte om ondanks deze omstandigheden mijn gewassen kleren droog te krijgen.
Het meest moest ik wennen aan het voedsel. Het voedselrantsoen bestond uit rijst, olie, vis-pasta en yellow beans.
Het ontstaan van ‘No Yellow Beans Day’
Rijst met yellow beans. Op zich een prima maaltijd, maar wanneer je dit iedere dag eet, dag in dag uit, heb je het op een gegeven moment wel gezien. Na 3 ½ week kon ik geen yellow beans meer zien. Ik heb één van de studenten gevraagd hoeveel het zou kosten om 1 dag vlees voor de hele groep studenten en leerkrachten te kopen. Dit was 1500 Bath, ongeveer 25 Euro. Ik gaf hen dit bedrag en de volgende dag kwamen ze met 11 levende kippen aanzetten en werden de voorbereiding getroffen voor dit ’feestmaal’. Er heerste een euforische stemming en toen ik ’s avonds in bed lag, kon ik niet slapen van opwinding. Tot dit euforische gevoel omsloeg in een triest gevoel. Voor ons is het zo vanzelfsprekend om gevarieerd en gezond te eten, hier niet. Door mijn bijdrage kon dat een dagje anders zijn, maar wat als ik weg ben?! Ik doe thuis weer volop mee aan mijn overdadige luxe leven en hier blijft het zoals het is…
Toen ontstond het idee om ervoor te zorgen dat de studenten en leerkrachten eens per maand een ‘No Yellow Beans Day’ zouden hebben.
Inmiddels is dit tot een begrip uitgegroeid en is er iedere maand een ‘No Yellow Beans Day’. Momenteel hebben de kostschool studenten al een maandelijkse ‘No Yellow Beans Day’. Ik hoop dat deze er door mijn project, ook voor de kinderen in het weeshuis mag komen.
Ideeën en idealen
Zonder ambities en ideeën zou ik nooit aan een project als ‘No Yellow Beans Day’ begonnen zijn.
Ideeën en plannen zijn makkelijk gemaakt. De uitvoering is waar het om gaat.
Terug in Nederland heb ik alles eerst even laten rusten.
Ik was er stiekem ‘bang’ voor dat mijn gevoel van geraaktheid zou verdwijnen door de tijd en de afstand.
Het tegendeel is waar. Ik ben me meer en meer bewust van en dankbaar voor het leven wat ik hier mag en kan leiden. Een leven in vrijheid en financiële rijkdom. Ik ben van menig dat een ieder vanuit zijn/ haar mogelijkheden iets kan betekenen voor de wereld om zich heen, zowel dichtbij als veraf….
Deze manier van denken, voelen en hopelijk ook meer en meer handelen, is alleen maar versterkt gedurende mijn tijd in Mae La Oon. Ik heb heel veel bewondering voor de mensen die ik daar heb mogen ontmoeten en leren kennen. Ik heb zoveel van hen geleerd. Mensen die oog hebben voor elkaar en daar naar handelen. Opgewekte mensen die ondanks hun, in mijn ogen uitzichtloze situatie, alles aangrijpen om voor het leven te gaan! Een rijkdom, waar wij nog veel van kunnen leren! Door jullie giften hoop ik maandelijks een ‘No Yellow Beans Day’ voor de kostschool en het weeshuis te kunnen realiseren.
Mijn ideeën en idealen stoppen hier zeker niet.
Ik hoop in de toekomst op meer….
Natuurlijk is er niets mooiers dan met elkaar tot een zelf-voorzienend-systeem te komen. Toch leent de situatie in het kamp zich daar helaas niet voor. De Thaise overheid verbiedt de mensen namelijk om te werken. Op die manier is het niet mogelijk om bijvoorbeeld een stukje land te kopen, wat de studenten/ kinderen zelf kunnen bewerken.
Iedere maand een verslag en foto’s
Ruim 10 jaar lang ontvang ik maandelijks een financieel verslag en foto’s. Onze samenwerking is transparant en een systeem wat werkt. Voor heel veel kinderen in het kamp, maken we met elkaar écht verschil!